Dag 1: Os­na­brück ont­dek­ken en een (klei­ne) berg be­klim­men


Als je aankomt in Osnabrück, wil je natuurlijk eerst de stad zelf zien. Waar je het beste kunt starten? Op het bruisende marktplein van Osnabrück natuurlijk! Loop in ieder geval even het historisch stadhuis met de vredeszaal binnen want hier werd een einde aan de Dertigjarige Oorlog gemaakt. Je mag zelfs even op de houten bankjes zitten waar de afgezanten uit heel Europa onderhandelden over de vrede. Daarna kun je vanaf het marktplein alle kanten op. Door de Bierstraße met speciaalzaken in de oudste vakwerkhuizen van Osnabrück, richting het Museumsquartier met vier musea, naar de hippe Redlingerstraße met cafeetjes en kleine boetiekjes of naar de botanische tuin aan de rand van het centrum.

In welke stad kun je nou eerst door het centrum struinen en daarna een berg beklimmen? In Osnabrück! Verruil daarom ’s middags je sneakers voor wandelschoenen. Voor een wandeling hoef je niet eens de stad uit want aan de stadsrand ligt de Piesberg. Toen 300 miljoen jaar geleden nog tropische temperaturen in het Osnabrücker Land heersten, duwde een ondergrondse vulkaan de bodem omhoog. Zo ontstond de heuvel, die nu de Piesberg heet. Omdat er eeuwenlang een steengroeve was, zijn de verschillende aardlagen goed zichtbaar geworden en zijn er fossielen tevoorschijn gekomen. Dus houd zeker je ogen open als je de 8 kilometer lange rondwandeling over de Piesberg maakt.