Sinds je kindertijd was het al je wens om ranger te worden. Is er een belangrijke gebeurtenis die dit heeft veroorzaakt?

Reizen ontwikkelt niet alleen, maar inspireert ook. In mijn jeugd reisden mijn ouders en ik in een oud busje door heel Europa, vooral naar Groot-Brittannië. Daar leerde ik biologen en rangers kennen die zich inzetten voor het behoud van de natuur. En dat wilde ik ook doen!

Je hebt gewerkt aan het erkennen van het beroep ranger in Duitsland. Tegenwoordig is zelfs bijscholing mogelijk in dit beroep. Het is dus de moeite waard geweest. Ben je daar heel erg trots op?

Ja, vandaag de dag is er inderdaad een duidelijke taakomschrijving voor rangers en zijn er meer dan 500 banen in natuur- en nationale parken. Eén keer per jaar is er een nationale bijeenkomst en een symposium − als ik zie wat ik daar 25 jaar geleden heb helpen opbouwen, ben ik toch wel een beetje trots.

Wat behoort specifiek tot jouw (dagelijkse) taken als heideranger?

Normaliter ben ik vijf keer per week met groepen onderweg op de heide. Dat kan van alles zijn: van schoolklassen en reisgroepen, tot aan bedrijfsuitjes en workshops.Bovendien zijn we verantwoordelijk voor 1000 km wandel-, fiets- en rijroutes, vernieuwen we markeringen en melden we beschadigingen, zoals bijv. aan de Heidschnuckenweg (Heideschapenweg).

In het voorjaar zijn we ook met monitoring bezig en leggen we de bestanden vast van zeldzame dier- en plantensoorten. In de winter controleer ik de maatregelen voor heideverzorging en ga ik op vakantie.

Waarom is de Lüneburger Heide voor jou zo bijzonder?

De Lüneburger Heide is een cultuurlandschap waarop de mens eeuwenlang zijn stempel heeft gedrukt. Op welke andere kleine vlakte zijn veengebieden, akkers, velden, heidevelden, beekdalen en bossen zo met elkaar verweven? Overal zijn bewijzen te vinden van de geschiedenis, van een stenen graf tot een oude schapenstal. Als je goed kijkt, is er steeds wat nieuws te ontdekken, het wordt nooit saai!

Naast klassieke wandelingen overdag, bied je ook nachtwandelingen aan. Dat klinkt geheimzinnig. Wat moeten deelnemers zeker meenemen?

Zin in avontuur en bij het weer passende kleding. Een zaklamp is niet nodig, die verblindt alleen maar en jaagt de dieren weg.

Hoe moedig zijn kinderen op deze tocht − en vinden ze meestal de “heideschat”?

Je zult het niet geloven, maar de kleine meisjes zijn meestal het moedigst. Ze lopen vooraan en vinden de schat dan ook als eerste.

Kun je ons een hint geven waarover het bij deze “heideschat” gaat?

De heideschat bevindt zich in een kleine schatkist, maar dat wordt niet verteld. Omdat bij onze nachtwandelingen alle zintuigen nodig zijn, ligt er meestal een regionale zoete lekkernij in.

Je aanbod omvat gespecialiseerde excursies, klassieke fiets- en wandeltochten en zelfs koetsritten − welke tocht doe jij het liefst?

Omdat ik persoonlijk het liefst te voet onderweg ben en dat ook de manier van voortbewegen is waarbij de meeste dieren en planten te zien zijn, zijn dat in principe vooral wandelingen. Bij de “Gipfeltour” (Toppentocht) passeren we via mijn lievelingsroutes de vijf hoogste en mooiste uitzichtpunten in het beschermde natuurgebied Lüneburger Heide. Deze tocht bied ik regelmatig aan als openbare rondleiding.

En wat is jouw “place to be” op de Lüneburger Heide?

De Schwindequelle (Schwindebron) − een plek die ik al sinds mijn jeugd regelmatig opzoek en die een van de vele natuurwonderen is die ik in een brochure over Naturpark Lüneburger Heide heb beschreven. De bron wordt beschouwd als de op één na rijkste waterbron in Nedersaksen. Hier kan ik minutenlang kijken naar het water dat uit het zand opborrelt en me ontspannen bij het kleurenspel van ijzer- en mangaanoxide.

Je bent ook “location scout” voor fotografie: welk fotomotief is het meest geschikt als herinnering aan een vakantie op de Lüneburger Heide?

Landschapshoogtepunten zoals de Totengrund mogen natuurlijk niet ontbreken, maar ik interesseer me vooral voor details. Fascinerende macromotieven van heidebloesems, vlinders of libellen zijn hier met wat geduld overal te vinden. Een bijzonder geschikte locatie daarvoor is het Pietzmoor bij Schneverdingen.

Het hele jaar door weet de Lüneburger Heide te betoveren met zijn vele facetten: in welk seizoen ben jij het liefst op de heide?

Het is eigenlijk de seizoensgebonden afwisseling die het gebied zo aantrekkelijk maakt. Het frisse groen van de berken en blauwe bosbessen in het voorjaar, de heidebloesem in de nazomer, het verkleuren van de bladeren in de herfst en de eerste sneeuw in het Wacholderwald: het is hier gewoon altijd prachtig. Maar het liefst ga ik op pad op mistige novemberdagen!

En wanneer zijn de meeste heideschapen te zien?

Die zijn meestal tussen 09:00 en 17:00 u op pad. Mijn tip is luisteren. Je hoort ze en kan dan de weg in hun richting volgen. Het is dan ook geen wonder dat ik ze bij rondleidingen bijna altijd als eerste ontdek! Wie minder geluk heeft, kan zich voor acties zoals “Treffen mit dem Schäfer” (Ontmoeting met de schaapsherder) of “Heidschnucken zu Bett bringen” (Heideschapen naar bed brengen) aanmelden of op vaste binnen- en buitendrijftijdstippen naar de schapenstal in Höpen komen.

De regio ontdekken met het gezin: wandelen, koetsritten, dierentuinen en pretparken − wat moeten gezinnen met kinderen zeker doen tijdens hun vakantie op de Lüneburger Heide?

Een wandeling naar Wilsede! Duidelijke doelen voor ogen hebben: “het beklimmen van de hoogste berg van de Noord-Duitse laagvlakte”, “een ijsje in de melkhal” en “een koetsrit terug” en dan komt alles zeker in orde. Ook een gps-rally met een zoektocht naar caches is een topmotivatie voor beweging in de natuur. Ouders moeten daarbij wel opletten dat ze hun kinderen kunnen bijhouden.

Wat fascineerde je als kind het meest aan de Lüneburger Heide?

Met oma en opa buiten zijn − die hadden daarvoor tijd en gelegenheid. Blauwe bosbessen en paddenstoelen verzamelen, naar verhalen luisteren en reeën, hazen en hazelwormen ontdekken. Dat alles is vandaag de dag in het grootste deel van de heide nog net zo goed mogelijk als vroeger. Ook toen was het al de regel om niet af te dwalen van de paden in het beschermde natuurgebied. En dat is ook goed zo. Respect hebben voor de natuur is belangrijk, dat heb ik vroeger geleerd van mijn grootouders!

Status: juni 2020