Als landschapsarchitect en directeur houd je je bezig met de Herrenhäuser Gärten. Hoeveel planten groeien daar eigenlijk en hoe groot is het team van tuiniers dat er dagelijks werkt?
Het is moeilijk om het precieze aantal planten aan te geven. In de Großer Garten (Grote Tuin), Berggarten (Bergtuin) en Georgengarten (Georgentuin) staan maar liefst 6000 bomen. Elk jaar komen er in de lente 60.000 zomerbloemen bij. En dan zijn er natuurlijk nog onze plantenverzamelingen in de botanische showtuin Berggarten met meer dan 10.000 verschillende soorten, inclusief 1000 kuipplanten en de soortrijkste orchideeënverzameling ter wereld. Genoeg superlatieven?
Maar liefst 100 tuiniers zijn verantwoordelijk voor onderhoud en ontwikkeling en we hebben nog 50 medewerkers in dienst die verantwoordelijk zijn voor de aanleg en organisatie van de tuinen, verhuur, evenementen, bemiddeling, communicatie, marketing, bezoekersservice en voor de shops. Natuurlijk mogen daarbij onze collega’s in de afdeling administratie niet worden vergeten die ervoor zorgen dat geld correct wordt ontvangen en besteed en dat alle medewerkers hun salaris ontvangen.
Het centrum van de Herrenhäuser Gärten is de Großer Garten, een van de grootste baroktuinen in Europa. Wat betekent deze tuin voor jou en hoe zeer stel je dat op prijs in het dagelijkse leven?
Het is zeker een bijzondere eer om verantwoordelijk te zijn voor dit tuinjuweel. Ook al staat een alledaagse werkdag vaak in het teken van het afsterven van een buxus of het vermijden van schade bij evenementen. Persoonlijk wandel ik het liefst tijdens de avondschemering rond in de tuin om te voelen hoe deze na een lange dag als het ware uitblaast. Dit rustige moment, in het uur van de schemering, vind ik gewoon heerlijk.
Wat is het fascinerende aan de Herrenhäuser Gärten en waarom moeten bezoekers er zeker naartoe komen?
Er bevinden zich hier verschillende eeuwen van perfecte tuinkunst naast elkaar. Van ontspannen vertoeven in een landschapstuin uit de 19e eeuw, het ontdekken van plantendiversiteit in de Berggarten tot de koninklijke vereisten van een baroktuin van bijna 350 jaar oud. Drie afzonderlijke tuinen van die aard en dat naast elkaar? Dat is nergens anders te vinden. En er valt altijd weer iets nieuws te ontdekken, 365 dagen per jaar. En in het zomerseizoen is er ‘s avonds zelfs belichting.
Niet elk kind interesseert zich voor bloemen en landschap: wat kunnen zij hier beleven?
Het zijn juist kinderen die gefascineerd zijn door het waterspel en zij rennen dan ook − niet altijd tot vreugde van hun ouders − graag door de watersluiers van de fonteinen. Daarnaast zijn het doolhof en de grot van Niki de Saint Phalle heel populair. We hebben echter ook een breed aanbod voor schoolklassen en gezinnen, vooral op zondag.
Wat vind je het leukst aan landschapstuinieren?
Misschien niet per se het landschapstuinieren zelf want dat is zonder grote machines nauwelijks mogelijk. Voor mij is het eerder het tuinieren in eigen tuin. Dat is inspirerend, ontspannend en bezorgt me veel plezier, maar maakt me ook deemoedig want ondanks alle kennis doen planten uiteindelijk toch hun eigen zin. In mijn tuin in het centrum van Hannover experimenteer ik graag met planten die eigenlijk niet winterhard zijn. Camelia, een oranjebloesemstruik en zuilcipres gedijen hier al jaren zonder winterbescherming. Bij uitzondering een positief effect van de klimaatverandering.
Wat zijn jouw drie lievelingsplanten in de Herrenhäuser Gärten? Kun je kort beschrijven waarom ze zo bijzonder zijn?
De treurbeuk in de Berggarten is echt een speciale boom met zijn wirwar van takken die in elkaar groeien, in de grond verdwijnen en dan weer ergens anders opduiken. Vroeger werd hij dan ook terecht “spookbeuk” genoemd. De Salvia Amistad heeft schitterende donkerblauwe bloesems en bloeit het hele jaar door tot de vorst. En dan zijn er nog de irissen, floxen, asters, Cymbidium-orchideeën, tulpen, enzovoort, enzovoort. Er zijn gewoonweg te veel mooie planten om er eentje uit te kiezen.
Maar ook afgezien van de Herrenhäuser Gärten is Hannover een zeer groene stad. De Eilenriede is met een oppervlak van ongeveer 6,4 m² zelfs een van de grootste aaneengesloten bossen in Europa...
De Eilenriede is bij lange na niet een van de grootste stadsbossen van Europa. Andere steden hebben veel uitgestrektere bossen aan hun stadsrand. Maar het bijzondere aan de Eilenriede is dat dit bos echt door de stad wordt omringd. Vanaf het operagebouw is het maar een kilometer tot het begin van de Eilenriede achter de Musikhochschule (Hogeschool voor muziek).
Het groene Hannover is bovendien een echt tuinkunstmuseum: van de Großer Garten en de Tiergarten uit de 17e eeuw, de landschapstuinen uit de 18e en 19e eeuw, het Maschpark, Hermann-Löns-Park, Maschsee-meer en Stadtpark uit de 20e eeuw tot de EXPO-tuinen en het Wissenschaftspark (Wetenschapspark) Marienwerder uit de 21e eeuw zijn alle belangrijke tuinkunstrichtingen van de laatste 5 eeuwen verzameld in één stad. Dat is uniek, in ieder geval in Duitsland.
Wat zijn je “groene” lievelingsplekken in Hannover?
Naast de Herrenhäuser Gärten en mijn eigen tuin is dat het Stadtpark, dat in 1951 aangelegd werd naar aanleiding van de eerste Bundesgartenschau (Duitse tuinshow). Het is een soort kuuroordpark in Hannover, waarin zich ook de Japanse theehuistuin bevindt die ik in de jaren ‘90 mee heb helpen realiseren.
Kun je ons een geheime tip geven over een specifieke wijk/plek?
Misschien echt wel de Japanse theehuistuin in het Stadtpark. En dan liefst met een originele theeceremonie. Een dagje uit naar het traditionele Japan.
Hoe goed harmoniëren natuur en grootstedelijke flair in Hannover?
Zou een grote stad zonder groen, tuinen, straatbomen en watervlaktes niet ondraaglijk zijn? Alleen beton en asfalt. In zo’n troosteloze stad zou ik niet willen wonen. Hannover is het tegenovergestelde en heeft een ideale balans van een niet al te grote stad en intensief groen voor dagelijkse ontspanning.
Zorgt urbaniteit er misschien niet voor dat we de natuur nog bewuster waarnemen en op prijs stellen?
Het hangt er van af wat je onder natuur verstaat. Het is eigenlijk allemaal natuur, ook de ontruimde akkervlaktes rond Hannover of sparrenmonoculturen. Ondertussen zijn steden een toevluchtsoord geworden voor vele dieren en planten doordat er zo veel tuinen zijn. Enerzijds is het mooi om deze diversiteit ook in de stad te zien. Anderzijds is het ook beangstigend dat ze in het zogenaamde open landschap nauwelijks meer te vinden zijn.
Misschien is dat een te pessimistische conclusie? Als tuinier moeten we echter altijd positief denken. Laat ons toch in termen van tuinieren duurzaamheid verbinden met een culturele en esthetische wens, het mooie combineren met het nuttige.