Voor sommige titels moet je vechten, andere moet je aanvragen − en weer andere verdien je in de loop van de tijd van zelf. De titel “Hoofdstad van de kooltochten” behoort tot de laatste. Sinds 2010 mag Oldenburg zich zo noemen en er is geen stad die deze titel meer verdient.
Want als in het najaar de eerste nachtvorst optreedt, ontdooit de Oldenburger, pakt zijn bolderwagen en gaat op kooltocht (Kohltour). Dan wordt er niet geluierd, dan is het tijd voor het klootschieten. Of er worden andere spelletjes uit de onbezorgde kindertijd gedaan, zoals eilopen of zaklopen. De route eindigt echter altijd in een restaurant met een bord boerenkool.
Het op kooltocht gaan is een lange traditie in Oldenburg: de Oldenburger Turnerbund (turnbond van Oldenburg), opgericht in 1859, wordt beschouwd als uitvinder van de kooltocht in zijn huidige vorm.
Toeristen kunnen hun kennis over boerenkool op verschillende wijzen verdiepen. Beginners op het gebied van de Noord-Duitse manier van leven kunnen zich inschrijven voor de culinaire cursus op de boerenkoolacademie. Gevorderden kunnen op de “school voor creatief koken en fijne levensstijl” in Oldenburg meedoen aan een exclusieve kookcursus waar boerenkool zelfs een rol speelt bij het dessert.
Wie van boerenkool en van kooltochten houdt, krijgt bij de toeristeninformatie van Oldenburg heel veel cadeautjes en gadgets, waarmee u zich kunt profileren als boerenkoolfan. De “Oldenburger Palme” is afgebeeld op souvenirs uit de hoofdstad van de kooltochten. Of het nu gaat om T-shirts, ondergoed of keukengerei: rondom het thema “Oldenburger Palme” is er zowel voor koolkoninginnen als voor koolkoningen altijd iets te vinden.
