In 2019 wordt gevierd dat honderd jaar geleden het Bauhaus werd opgericht. De docenten en studenten van deze wereldberoemde hogeschool voor vormgeving hebben ook in Nedersaksen hun sporen nagelaten. Zo wordt het Fagus-Werk – of in het Nederlands: de Fagusfabriek – in het Nedersaksische Alfeld uit 1911 beschouwd als de oorsprong van de moderne industriële architectuur en de voorloper van het Bauhaus-gebouw in Dessau. Het door Bauhaus-oprichter Walter Gropius ontworpen gebouw met zijn karakteristieke glazen architectuur maakt tegenwoordig deel uit van het culturele UNESCO-Werelderfgoed.
En ook het meest verkochte Bauhaus-product – het Bauhaus-behang – komt oorspronkelijk uit Nedersaksen. De Osnabrücker onderneming Rasch kreeg de opdracht om dit te ontwerpen en produceerde en verkocht het ook.
Op veel andere plekken in Nedersaksen zijn eveneens belangrijke voorbeelden van het 'Neues Bauen' te vinden. In Celle bijvoorbeeld kunnen de gebouwen van Otto Haesler worden bezichtigd en in de ertsmijn Rammelsberg in Goslar, die deel uitmaakt van het cultureel UNESCO-werelderfgoed, de bovengrondse bouwwerken van Fritz Schupp en Martin Kremmer.
Ter gelegenheid van het jubileum in 2019 wordt er op veel plaatsen aandacht besteed aan het erfgoed dat het Bauhaus heeft nagelaten, bijv. in het Landesmuseum für Kunst und Kulturgeschichte in Oldenburg, het Sprengel Museum in Hannover en het Felix-Nussbaum-Haus in Osnabrück.