Op een regenachtige zomerdag in 1843 gingen drie mannen uit het Nederlandse Coevorden op pad en doorkruisten ze het Nedersaksische graafschap. Hun nieuwsgierigheid en zin in avontuur was voor die tijd eerder atypisch, en al zeker hun voornemen om op reis te gaan en meteen drie staatsgrenzen te overschrijden, namelijk het koninkrijk Nederland, Hannover en Pruisen. Maar dat hield hen niet tegen en in hun reisverslag noteerden de drie wandelaars op aandachtige en ironische wijze de verschillen tussen Graafschap Bentheim en Nederland. Ze noteerden de bezienswaardigheden, de toestand van de wegen en de kwaliteit van de herbergen. Ze beschreven dorpen en steden, de mensen en het landschap.
In Bad Bentheim deed de aanblik van de onderaardse kerker hen rillen en ze bekeken aandachtig het gokspel in het kuuroord. De drie heren kregen de naam “Podagristen” door het zwavelbad, waardoor hun jicht (Grieks: “Podagra”) werd genezen. Hoewel ze waarschijnlijk terugkeerden met de paardenkoets, genazen ze volgens de legende in het kuuroord Bentheim van hun ernstige jichtklachten. Nadat ze waren genezen, zouden ze te voet naar huis zijn vertrokken.
Er is trouwens een langeafstandspad gewijd aan deze drie avonturiers, namelijk “Auf den Spuren der Podagristen” (In het spoor van de Podagristen). Als deze reisgroep vandaag nog eens op pad zou gaan en door Graafschap Bentheim zou wandelen of fietsen, zouden ze gegarandeerd iets vertellen over de volgende bezienswaardigheden:
1) Dierentuin Nordhorn
Meer dan 2000 dieren leven in de dierentuin, die als een mooi park is aangelegd over een oppervlakte van 12 hectare. Veel verblijven zijn toegankelijk zodat u de dieren, zoals het varken Bunte Bentheimer (Bonte Bentheimer), van dichtbij kunt zien. De schattige nakomelingen in de kinderboerderij voor varkens worden regelmatig verwend door aaiende, enthousiaste kinderen en volwassenen. Nochtans was dit oude huisdierras bijna uitgestorven. Nadat het in de jaren ‘70 door slechts één fokker werd gekweekt, draagt de dierentuin Nordhorn vandaag voor een groot deel bij aan het behoud van dit waardevolle ras.

2) Bronzezeithof Uelsen
De Bronzezeithof (Bronzen Tijdperkboerderij) neemt u mee op reis naar een lang vervlogen tijd en fascinerende wereld. Observeer de levendige drukte op de boerderij en ervaar hoe onze voorouders meer dan 100 generaties geleden in deze regio leefden. Hoe en onder welke omstandigheden leefden ze? Dat komt u te weten tijdens een interessante reis naar lang vervlogen tijden. Beleef een echt stukje geschiedenis op de prehistorische hoeve met woonstallenhuis en dieren, schuren, waterput, werkplaatsen en velden.

3) Meisjesinternaat in Wietmarschen
Op 14 september 1152 werd het klooster en de gemeente opgericht. Het klooster beleefde in de daaropvolgende eeuwen goede, maar ook slechte tijden en werd een “Hochadelig-freiweltliches Damenstift” (vrijwerelds klooster voor aristocratische dames). Daarna moest een bewijs van 16 adellijke voorouders worden voorgelegd om in het klooster opgenomen te worden, wat gepaard ging met een economische opleving. Vandaag wordt het “Verwaltergebäude” (beheerdersgebouw) gebruikt als ontmoetingsruimte. In het “Stiftsdamenhaus” (kanunnikessenhuis) vindt u nu woningen voor ouderen en in het “Äbtissinnenhaus” (abdissenhuis) bevindt zich een jeugdcentrum van de katholieke kerkgemeente Wietmarschen. En in het “Gesindehaus” (personeelshuis) is nu een gezellig cafeetje dat ideaal is om even uit te rusten.

4) Klooster Frenswegen
Klooster Frenswegen is een oecumenische ontmoetingsplaats. Het gebouw nodigt uit tot een wandeling in de oude kruisgangen naar de binnenplaats. 600 jaar na de oprichting kunnen in het gerenoveerde klooster nu 120 gasten worden ondergebracht. Het labyrint in de tuin Ostgarten, het café bij het klooster en rondleidingen nodigen uit voor een uitstapje.

5) Kasteel Bentheim
De grootste hoogteburcht van Nedersaksen bevindt zich in Bad Bentheim. Kasteel Bentheim torent midden in een kuuroord uit op 90 m hoogte en drukt zijn stempel op het silhouet van de historische stad aan de Nederlandse grens. Vroeger beschermden 5,5 m dikke muren tegen mogelijke indringers. En ook nu nog is de geschiedenis achter deze muren erg levendig − tussen ridderzaal, kruittoren en martelkamer. In de alchemistenkeuken vindt u in de ronde toren de permanente tentoonstelling “De wereld van de alchemie”. In een gewelf in de toren is een chemisch laboratorium uit de 17e eeuw nagebouwd. Hier kunt u zien hoe de alchemisten honderden jaren geleden op het spoor kwamen van het maken van goud.

Het graafschap heeft dus heel wat te bieden! Naast deze attracties zijn er nog vele andere bezienswaardigheden die u tijdens een wandeling of fietstocht kunt ontdekken.